Schijnzelfstandigheid in de kinderopvang: regels, gevolgen en alternatieven
Gepubliceerd op: 26 sep 2025
[1].png)
Handhaving tegen schijnzelfstandigheid: gevolgen voor de bezetting
Tussen november 2024 en juli 2025 verdween 10% van de zzp’ers in de kinderopvang. Dat zijn 1.378 mensen minder in de sector. Volgens de Kamer van Koophandel komt dit vooral door strengere controles van de Belastingdienst op schijnzelfstandigheid. Het personeelstekort blijft groot, wat zorgt voor minder flexibele inzet en meer druk op de vaste bezetting.Waarom daalt het aantal zzp’ers in de kinderopvang?
Sinds 2025 wordt strenger gekeken naar situaties waarin iemand als zelfstandige wordt ingehuurd, maar in de praktijk werkt zoals een werknemer in loondienst. In de kinderopvang kwam dit relatief vaak voor. Gevolg: minder inzet van zzp’ers, meer overstappen naar loondienst en soms inhuur via een uitzendbureau.Wat is schijnzelfstandigheid?
Iemand werkt officieel als zzp’er, maar heeft in de praktijk dezelfde taken, werktijden en aansturing als een werknemer in loondienst. De Belastingdienst ziet dit als een verkapt dienstverband.Waar kijkt de Belastingdienst onder andere naar?
- Bepaal je zelf hoe en wanneer je werkt?
- Heb je meerdere opdrachtgevers?
- Loop je ondernemersrisico?
Mag ik nog zzp’ers inhuren?
Ja, maar alleen als de samenwerking voldoet aan de criteria voor zelfstandig ondernemerschap.Hoe herken ik schijnzelfstandigheid?
Let op zaken als werktijden, gezagsverhouding en verplicht werk op locatie. Signalen zijn bijvoorbeeld vaste roosters, dezelfde taken als loondienstmedewerkers en weinig vrijheid in hoe het werk wordt uitgevoerd.Wat zijn de risico’s als ik niets verander?
Boetes en naheffingen als de Belastingdienst oordeelt dat er sprake is van een verkapt dienstverband, én gedoe met je personeelsplanning.De cijfers in vogelvlucht (november 2024 – juli 2025)
Breder beeld Q2 2025: totaal aantal stoppers +23% t.o.v. Q2 2024; starters kiezen vaker voor een bv (Q2 2025: +21% t.o.v. Q2 2024). (KVK)
Wat zijn de effecten van de strengere handhaving op zelfstandigen?
- 19% van de zzp’ers overweegt te stoppen door onduidelijkheid rond handhaving en VBAR. Voor 58% is het onduidelijk of zij volgens de huidige regels nog als zelfstandige mogen werken; in het onderwijs is dat 79%. Ook geven zzp’ers aan dat opdrachtgevers terughoudender zijn. (Flexmarkt)
- Bij zzp'ers ontstaat onduidelijkheid of ze volgens de huidige wet- en regelgeving wel nog als zelfstandige mogen werken. 79% in het onderwijs ervaart deze onduidelijkheid.
- Opdrachtgevers twijfelen over inzet van zzp'ers en werken meer met altenatieven, zoals loondienst, detachering, uitzend of payroll.
- Hierdoor neemt het aantal opdrachten af met 42 tot 48% afhankelijk van het aantal opdrachtgevers van zzp'ers.
Geen uitzondering op handhaving rond de inhuur van zelfstandigen in de zorg
- VWS-minister Jan Anthonie Bruijn: er komt geen sectorspecifieke uitzondering voor de zorg (waaronder kinderopvang). Continuïteit is primair verantwoordelijkheid van werkgevers; inzet op meer loondienst en een flexibele schil via o.a. regionaal werkgeverschap en flexibele contracten. Ook wijst de minister op het btw-vrij uitlenen van personeel (beleid sinds 14 juni 2024). (Skipr)
- Beleidsbasis voor btw-vrij uitlenen: geactualiseerd besluit over het ter beschikking stellen van personeel; bevat specifieke routes/voorwaarden voor gezondheidszorg en onderwijs. (Skipr)
Alternatieven voor kinderopvangorganisaties
De uitstroom van zzp’ers dwingt organisaties om creatief naar personeelsinzet te kijken. Mogelijke opties zijn:- Loondienstcontracten (vast of tijdelijk).
- Uitzend- of detacheringsovereenkomsten – bieden flexibiliteit en minder juridisch risico.
- Flexpools – personeel delen met andere locaties of organisaties.
- Payroll-constructies – medewerkers in dienst bij een derde partij.